info@lifeexperts.be
facebook
linkedin
01/09/2021

Of een IPT beter losstaand wordt afgesloten, dan wel wordt gecombineerd met een VAPZ is sterk persoonsgebonden.  Wij leggen dit uit aan de hand van rekenvoorbeelden.

Disclaimer: dit artikel heeft betrekking op zelfstandige bedrijfsleiders (met vennootschap).  

De vraag of een VAPZ beter is dan een IPT wordt ons bijna dagelijks gesteld.  Het antwoord op die vraag is erg persoonsgebonden.  De bewering dat een VAPZ in elke situatie beter is dan een IPT is fout.

Dit heeft twee oorzaken:

Er is de opkomst van een nieuwe generatie gepensioneerden.  Er is een groeiende groep mensen die actief blijven na pensioenleeftijd.  Steeds meer gepensioneerden genieten naast het pensioen nog beroepsinkomsten, of - door opbouw van een onroerende patrimonium - onroerende inkomsten.  Vergeten we in dit kader ook het effect van het onbegrensd bijverdienen na pensioen niet.  De kern van de zaak is dat de uitkering van een VAPZ wordt belast via een zogenaamde fictieve rente. In mensentaal betekent dit dat wie een uitkering van een VAPZ geniet op bv. 67 jaar jaarlijks tot 77 jaar wordt belast op een fictief inkomen.  Vaak is die belasting nul.  Maar wanneer het wettelijke pensioen samen met andere inkomsten boven ongeveer 16.500 euro uitstijgt, wordt dat fictieve inkomen plots zeer reëel belast.         

Ten tweede geeft een IPT de mogelijkheid te beleggen in een ruim gamma interessante Tak23 fondsen.  Deze fondsen geven zicht op een potentieel hoger rendement op lange termijn.  En zoals u misschien weet, kan het VAPZ enkel onderschreven worden in Tak21.  In Tak21 garandeert de verzekeraar u een intrestvoet, verhoogd met een winstdeelname.  En hoewel Tak21 absoluut veilig is, en in het verleden mooie rendementen gaf,  moeten we ervan uitgaan dat de opbrengst van een Tak21 polis in de toekomst laag tot zeer laag zal zijn.  

Door de combinatie van deze twee factoren, zal voor een alsmaar groter wordende groep klanten een IPT niet alleen fiscaal, maar ook financieel interessanter worden dan een VAPZ. 

Wat is voor u de beste keuze?

Laatste update 1/9/2021

De simpele logica doorbroken. 

Sommige adviseurs trekken onverbloemd de kaart van het VAPZ.  Hun argumenten zijn simpel.  "Je betaalt 100 euro premie, en door het enorme fiscale voordeel op deze premie, is de werkelijke kost ongeveer 40 euro."  En zo vertellen ze erbij: "Bovendien wordt u op pensioenleeftijd zo goed als niet belast op het gespaarde bedrag. Kort gesteld: iets kost u 40 euro, en u krijgt bijna zeker 95 euro terug.  Waarom zou u zoiets weigeren?"  

We leggen hieronder uit dat dit vaak een foute redenering is. 

Maar ook de IPT wordt gefileerd met dezelfde simpele logica.  "Een IPT moet u niet nemen.  U betaalt om te beginnen een taks van 4,4% op de premie. Uw vennootschap geniet een fiscaal voordeel van 20% op de premie van de IPT, en op het einde wordt u als persoon nog eens 20% afgehouden.  Dat is een nul-operatie.  Waarom zou je zoiets onderschrijven?".  

Ook hier tonen we met harde cijfers aan dat deze redenering fout is.   

Een nieuwe realiteit. 

Tot nu toe was het "best practice" om eerst een VAPZ te onderschrijven, en dan aan te vullen met een IPT.  De realiteit is dat wij vanuit onze zorgplicht als verzekeringsbemiddelaar - waar we de belangen van de klant centraal zetten -  meer en meer het advies geven om enkel een IPT te onderschrijven, en het VAPZ niet op te starten of een lopend VAPZ zelfs gewoon stop te zetten.   En dit komt omdat in meer en meer gevallen een IPT zowel fiscaal als financieel beter zal zijn voor de eindklant.  Hoe komt dit?   

Volgt u even mee...

We bekijken de situatie van een 40 jarige persoon, bestuurder in een vennootschap met 42.000 euro bezoldiging.  Voor die persoon wordt ook gedurende 27 jaar (tot de wettelijke pensioenleeftijd 67 jaar) jaarlijks een premie van 3.000 euro betaald aan een verzekeraar.  We doen dit via VAPZ, en vergelijken dit met de situatie waar we een IPT afsluiten.   De persoon blijft actief tot pensioenleeftijd, en geniet dan de uitkering van de polissen.  Belangrijk is dat wij een gelijke kost voor de vennootschap aanhouden. Dat wil zeggen: 

Ofwel betaalt de vennootschap boven een bezoldiging van 42.000 een VAPZ premie van 3.000 euro.  Vervolgens wordt deze premie als voordeel alle aard toegekend aan de bedrijfsleider.  In dit geval is het belastbaar loon van de zaakvoerder na correctie voor het VAPZ [ 42.000 bruto bezoldiging + 3.000 voordeel alle aard uit de premie VAPZ - 3.000 fiscaal voordeel van het VAPZ] = 42.000.  De netto kost van de vennootschap is in dit geval [ 42.000 bruto bezoldiging + 3.000 euro premie VAPZ] = 45.000 min de vennootschapsbelasting (stel 20,5%), ofwel 35.775 euro. 

Ofwel betaalt de vennootschap boven de bruto bezoldiging van 42.000 een IPT premie taksen inclusief van 3.000 euro.  In dit geval is het belastbaar loon van de zaakvoerder evident ook 42.000.  De netto kost van de vennootschap is ook hier weer [42.000 bruto bezoldiging + 3.000 premie IPT =] 45.000 min de vennootschapsbelasting, dus opnieuw 35.775 euro.  We werken met gelijke maten en gelijke gewichten. 

Het zal de aandachtige lezer opvallen dat gegeven een gelijke totale kost voor de vennootschap het niets uitmaakt of een VAPZ door de privépersoon dan wel door vennootschap wordt betaald.  Dit is stof voor een volgend nieuwsbericht.               

Crunch the numbers.  Wat is de beste strategie: een VAPZ of een IPT? Of beiden?   

We hebben dit voor u volledig doorgerekend in 5 scenario's en op basis van alle mogelijk parameters. We bekijken de resultaten voor een VAPZ in 3 scenario's (A, B en C) in functie van de verwachte marginale aanslagvoet in de personenbelasting als gepensioneerde.  En we bekijken de resultaten voor een IPT in functie van het feit of die polis in Tak21 (D), dan wel Tak23 (E) werd belegd.  Belangrijk is dat wij onze vergelijking tussen Tak21 en Tak23 zeer neutraal hebben opgemaakt.  De Tak21 polissen lieten we oprenten aan 1,5% rendement (zijnde intrestvoet 0,25% + winstdeelname 1,25%), wat de meeste verzekeraars als zeer genereus zullen beschouwen.  De Tak23 polissen kenden we een gesimuleerd rendement van 3% toe,  wat eerder bescheiden is voor de lange termijn.  Tot slot nog een bemerking: we bekijken enkel het normale VAPZ en niet het Sociale VAPZ.  Onze mening over het sociale VAPZ leest u hier.         

De resultaten voor het VAPZ: 

  A B
   VAPZ in Tak21   VAPZ in Tak21   VAPZ in Tak21 
marginale belastingdruk als gepensioneerde geen (0%)  25% 40%
premie betaald per jaar     3.000,00                3.000,00                  3.000,00
abonnement taks op de premie                                    -                                    -                                    -  
beheerskosten polis (stel 3%)                 -87,38                     -87,38                     -87,38
netto premie na taksen                2.912,62             2.912,62       2.912,62
looptijd van de polis in jaren                        27,00             27,00                      27,00
gesimuleerde totale opbrengst in % 1,50% 1,50% 1,50%
bruto kapitaal in de polis 95.577,71        95.577,71

95.577,71

netto kapitaal in de polis   90.273,15

82.349,04

               77.594,57
fiscale druk
(1 - netto bedrag / brutobedrag) 
5,55% 13,84% 18,82%

       

De resultaten voor de IPT:

  D E
   IPT in Tak21   IPT in Tak23 
marginale belastingdruk als gepensioneerde  onbelangrijk   onbelangrijk 
premie betaald per jaar                   3.000,00                   3.000,00
abonnement taks op de premie                     -126,44                     -126,44
beheerskosten polis (stel 3%)                      -83,70                       -83,70
netto premie na taksen                   2.789,87                   2.789,87
looptijd van de polis in jaren                        27,00                   27,00
gesimuleerde totale opbrengst in % 1,50% 3,00%
bruto kapitaal in de polis 91.549,53   116.981,71
netto kapitaal in de polis      78.473,11 99.340,86
fiscale druk
(1 - netto bedrag / brutobedrag) 
14,28% 15,08%

Let op: de rendementen vermeld in deze tabel zijn puur indicatief, dienen ter illustratie en vergelijking tussen scenario's. Ze vormen geen garantie noch een aanbod van Life Experts of enige verzekeringsmaatschappij.   De volledige tabel met gedetailleerde berekeningen vindt u hier.

In het scenario A hebben we een traditionele gepensioneerde.  Dat wil zeggen dat na pensionering deze persoon geen enkel ander inkomen geniet.  Het VAPZ wordt niet bijkomend belast, en is fiscaal zeer interessant.  Maar zelfs hier moeten we vaststellen dat de IPT uit scenario D (Tak23) in absolute bedragen meer opbrengt.    

In het scenario B hebben we een gepensioneerde van wie het belastbare inkomen hoger is.  Hierdoor wordt het VAPZ in de vorm van een fictieve rente aan marginaal belastingtarief van 25% belast gedurende 10 jaar.  Ik verwijs naar de tabel hieronder met marginale aanslagvoeten in de personenbelasting op heden.  We mogen deze tabel niet klakkeloos toepassen voor gepensioneerden omdat een gepensioneerde van allerlei belastingverminderingen geniet.  Maar we mogen aannemen dat zodra het wettelijke pensioen samen met andere inkomsten boven ongeveer 16.500 euro uitstijgt, het fictieve inkomen van het VAPZ wel degelijk wordt getaxeerd.  

Belastingschijf Inkomensschijf Tarief belasting
Schijf 1 € 0 tot €12.990 25%
Schijf 2 € 12.990,01 t/m € 22.290 40%
Schijf 3 € 22.290,01 t/m € 39.660 45%
Schijf 4 Meer dan 39.660,01 euro 50%

Cijfers geldig op 1/09/2021

Wat in scenario B opvalt is dat in een gelijke beleggingsstrategie Tak21 een IPT en een VAPZ bijna gelijk fiscaal efficiënt zijn (14.28% t.o.v. 13,84%).  Het VAPZ (scenario B) genereert wel meer kapitaal op pensioenleeftijd (82.349,04 euro tegenover 78.473,11 euro), maar het scenario B heeft ook een duister kantje.  De gepensioneerde die scenario B kiest, krijgt op zijn 67 jaar wel een kapitaal uitbetaald, waarvan hij/zij mondjesmaat een deel terug afstaat aan de belastingen gedurende 10 jaar.  En dat vinden de meeste gepensioneerden toch niet zo fijn.     

In het scenario C voeren we het marginaal belastingtarief van de gepensioneerde op tot 40%. Dit is het minst interessante scenario voor de verzekerde.  Op basis van de tabel met marginale tarieven in de personenbelasting hierboven, ziet u dat de belastingsschijven vrij dicht op mekaar liggen.  Het punt dat we maken is dat een marginaal tarief van 40% niet onrealistisch is voor veel personen.       

De twee laatste scenario's betreffen de IPT's. Het feit of een gepensioneerde extra inkomen geniet is onbelangrijk voor de belasting op de uitkering van een IPT.  Hier maken we wel de berekening voor een Tak21 contract (D) met vaste intrestvoet dan wel een Tak23 contract (E, een fondsenbelegging).   Het is duidelijk dat scenario E voor onze zelfstandige bedrijfsleider het beste scenario is.   In het echte leven zullen we een IPT vaak investeren in een mix tussen Tak21 en Tak23.  Hierdoor zullen de resultaten van een IPT in realiteit ergens tussen het scenario D en E terecht komen, en beter zijn dan die van een VAPZ. 

Op basis van deze voorbeelden besluiten we dat de stelling "een VAPZ is altijd beter dan een IPT" fout is.   

Eenvoud siert.  Wanneer is een VAPZ interessant?  

Er zijn situaties waarin een VAPZ een goede keuze is.  Bijvoorbeeld:   

  • Een VAPZ is een eenvoudig te begrijpen en te beheren product (voorwaar een zeldzaamheid in de verzekeringswereld).   

  • Een VAPZ is ook een oplossing voor startende zelfstandigen of zelfstandigen die nog geen volle jaarbezoldiging hebben in hun vennootschap.  Voor hen is dit een instappolis en een voordelige manier om een bijvoorbeeld een aanvullend gewaarborgd inkomen te onderschrijven.     

  • Uiteraard geldt hetzelfde voor zelfstandigen zonder vennootschap, eenmanszaken en vrije beroepen.  Voor die personen is het VAPZ de logische eerste keuze binnen het instrumentarium van de 2de en 3de pijler (naast het pensioensparen en het POZ)

  • Ook zelfstandigen van wie de 80%-regel is overschreden, kunnen nog steeds een VAPZ onderschrijven.   Raar maar waar. 

  • In het kader van gewaarborgd inkomen kan u via een VAPZ bij sommige verzekeraars iets hogere bedragen verzekeren dan in IPT.  Dit heeft te maken met het toepassen van de zogenaamde 100% regel.   

  • Als u ooit een voorschot op polis wil opnemen, dan kan u een hoger % op de reserve opnemen uit een VAPZ (tot 90%) dan uit een IPT (tot 65%).  Een kleine bedenking daarbij is dat de reserve in de IPT over het algemeen wel veel hoger is, dus het effect hiervan mag je niet overschatten.     

Tot slot valt ook iets te zeggen voor dit. De fiscale spelregels durven al eens te veranderen. Daar zijn we niet altijd gelukkig mee. In die zin kan het interessant zijn om toch eerst VAPZ te onderschrijven en daarna uw 80%-regel op te vullen met een IPT.  Spreiden over fiscale regimes kan een goed idee zijn.         

Hoofzaak en bijzaak. Wanneer sluit je beter alleen een IPT af?  

Hierboven maakten we de vergelijking voor een gelijke premie van 3.000 euro in VAPZ als in IPT.   In de realiteit kent de IPT meestal een veel hogere premie dan het VAPZ.  De IPT is met andere woorden de hoofdzaak, en het VAPZ de bijzaak.       

Bijvoorbeeld: binnen de fiscale grenzen kan de bedrijfsleider een VAPZ van 3000 euro storten (8.17% op referteinkomen), waarop vervolgens zijn vennootschap in een IPT tot 10.000 euro per jaar mag storten (conform de 80%-regel).    

Focussen op de hoofdzaak is altijd een goed idee, en dus is het denkbaar dat een bedrijfsleider beslist dat een IPT voldoende is.  Ook een bedrijfsleider die inziet dat maandelijks beleggen in Tak23 de beste manier is om rendementen te verhogen zal voor een IPT kiezen.   

Een vraag die we in dit kader vaak krijgen:  "Als ik enkel een IPT onderschrijf kan ik dan minder 2de pijler kapitaal opbouwen?"  Neen.  U moet wel beseffen dat deze vraag niet meer binnen de scope van dit artikel past, want hier wordt de vraag gesteld naar het maximaal op te bouwen pensioenkapitaal, waarbij de kost voor de vennootschap mag stijgen.  Welnu, u mag er in het algemeen vanuit gaan dat wie enkel een IPT afsluit geen lagere maximum pensioenkapitalen kan opbouwen dan wie een combinatie VAPZ gevolgd door IPT onderschrijft.     

Het voorbeeld hierboven maakt dit duidelijk.  Zo zou het perfect kunnen dat de bedrijfsleider geen VAPZ onderschrijft en dat de vennootschap [ 10.000 + 3.000 = ] 13.000 euro IPT stort.              

Het zou ons te ver leiden om dit thema volledig uit de doeken te doen, dit is misschien stof voor een volgend artikel.   

Conclusie: 

Het antwoord op de vraag of een IPT beter losstaand wordt afgesloten, dan wel wordt gecombineerd met een VAPZ is zeer persoonsgebonden.  We stellen vast dat wij steeds meer moeten aanraden om enkel een IPT zonder VAPZ te onderschrijven omdat dit beter is voor onze klant, zowel fiscaal als financieel.   Om het beste advies voor uw specifieke situatie te kennen raadpleeg je een van onze Experts.